ANALYSE – Het zogenaamde casinopensioen is in opmars. Dat lijkt een verslechtering, maar het levert waarschijnlijk meer op dan een traditioneel pensioen waarbij de uitkering vast staat.
Een beetje zielig zijn ze in de ogen van velen: de stakkers die pensioen opbouwen in een beschikbare-premieregeling. Zo’n pensioen heet ook wel een DC-pensioen. Dat staat voor Defined Contribution: de inleg staat vast, terwijl de hoogte van je pensioen onzeker is. Die hangt namelijk af van de waarde van het belegde kapitaal op het moment dat je met pensioen gaat. Critici spreken van een casinopensioen.
Nee, dan de gelukkigen die hun pensioen bij een traditioneel pensioenfonds opbouwen. Zij weten precies hoeveel pensioen zij jaarlijks opbouwen. Daarom heet zo’n pensioen ook wel een DB-pensioen – Defined Benefits. De baten, ofwel de hoogte van je pensioen, staan vast.
De meeste werkenden bouwen een DB-pensioen op. Het aantal werknemers met een beschikbare premie-regeling neemt echter snel toe. Voordeel voor de werkgever is dat de kosten voorspelbaar zijn en dat het risico van tegenvallende beleggingsresultaten geheel bij de werknemers ligt.
Vanwege dit laatste punt wordt een DC-pensioen door velen als inferieur gezien. Maar dat is niet terecht.
Beperking op beleggen in aandelen
Sterker: ik zou nu liever een DC-pensioen opbouwen dan een pensioen bij een pensioenfonds. Want bij een DC-pensioen kan een pensioen inderdaad lager uitvallen dan voorzien, maar ook hoger. Gelet op het extreem risicomijdende gedrag van de meeste pensioenfondsen lijkt mij de kans heel groot dat je pensioen bij een beschikbare premie-regeling juist (veel) hoger uitvalt dan een pensioen bij een traditioneel pensioenfonds.
Afgelopen maand maakte de Dutch Fund and Asset Management Association (DUFAS) bekend dat Nederlandse pensioenfondsen slechts 30 procent van hun vermogen hebben belegd in aandelen. Bijna 60 procent zit in obligaties. In 2005 was het aandelenbelang nog 50 procent en was 40 procent in obligaties belegd.
Pensioenfondsen met die een toezegging doen over de uitkering (DB-regeling) zijn gebonden aan regels van toezichthouder DNB over beleggingen. Daarbij gelden beperking ten aanzien van beleggen in aandelen. In 2015 klaagden pensioenfondsen dat de toezichthouder te streng is, maar die gaf niet thuis.
Starten met veel aandelen, dan afbouwen
Partijen die DC-pensioenen aanbieden zijn veel vrijer in hun beleggingsbeleid. Zij adviseren dezer dagen om voornamelijk in aandelen te beleggen. Wie bij bijvoorbeeld via Aegon een DC-pensioen opbouwt, houdt tot zijn 40’ste zo’n 80 procent in aandelen aan. Daarna wordt het aandelenbelang afgebouwd. Zo wordt het risico verminderd naarmate de pensioenleeftijd dichterbij komt.
Maar dit afbouwen gaat heel geleidelijk: als je rond de 55 bent en een risicomijdend profiel hebt, wordt ruim 40 procent van het vermogen in aandelen belegd. Wie wat meer risico neemt, zit tot een paar jaar voor de pensioenleeftijd nog voor minstens de helft in aandelen.
Obligaties risicovol
Waarom is een hoog percentage aandelen zo belangrijk? Omdat aandelen veel meer opleveren dan obligaties. Zeker nu. Staatsobligaties van degelijke landen als Nederland en Duitsland leveren momenteel een rendement van hooguit 0,5 procent op. Terwijl het koersrisico enorm is; immers de rente kan eigenlijk maar één kant op: omhoog. Een rentestijging leidt altijd tot een koersdaling van obligaties.
Aandelen daarentegen leveren naar verwachting op lange termijn een rendement van 6 tot 8 procent op. Tussentijds kunnen de koersen behoorlijk schommelen, maar wat geeft dat? Pensioen gaat per definitie over de lange termijn, dus als je maar tijdig het aandelenbelang afbouwt, heb je weinig last van die koersschommelingen.
Bovendien deel je als aandelenbelegger jaarlijks mee in de winst van bedrijven. Het gemiddelde dividendrendement – de jaarlijkse dividenduitkering gedeeld door de beurskoers – bedraagt momenteel ongeveer 2,5 procent. Dat is aanzienlijk meer dan het rendement op zogenaamd risicoloze staatsobligaties.
Kortom, gepensioneerden en werkenden die bij een pensioenfonds pensioen opbouwen, weten zeker dat een deel van hun geld in rook op gaat, omdat de meeste pensioenfondsen het grootste deel van hun portefeuille in obligaties hebben belegd en aandelen mijden. Wie zelf mag bepalen hoe zijn pensioen wordt belegd, is beter af.
Paul van der Kwast is onafhankelijk financieel planner en verdient geen geld aan de verkoop van financiële producten. Voor Business Insider volgt hij de fiscale ontwikkelingen op de voet.